Mijmeringen

Onlangs herlas ik de eerste van de ‘Cinq méditations sur la mort’, donc sur la vie, van François Cheng, een Chinese Fransman (of Franse Chinees ?), geboren in 1929. Het was een van de boekjes die ik rond de kerst heb mogen smaken. Samenvatten van een meditatie is natuurlijk geen optie. Maar een paar (voor mij) opmerkelijke punten en kanttekeningen kunnen hier wat aangename gedachten verschaffen aan de lezer. De hoofdlijn lijkt mij dat het leven rijker en ruimer wordt als je de dood daarin weet te integreren. Hoe ga je om met het zicht op het grote niets.

Wij leven onwetend in een heelal, een universum waarin het toeval heerst. Het waarom kunnen wij niet beantwoorden. Aldus een gedachtelijn van Cheng.

Mijn gedachten dwaalden even af richting Jacques Monod met zijn essay ‘Le hasard et la nécessité’ alweer decennia geleden. Een buitenaards wezen zou moeite hebben onderscheid te maken tussen levende en dode materie. Spannend vanwege de thematiek van lichaam, ziel en geest.

Cheng weer: Het leven maakt vanaf het begin – de oerknal – deel uit van de wegvliegende brokstukken. Op een bepaalde manier voegen wij ons bij de intuïtie van de Tao, de Weg. De weg toont ons, aldus Cheng, dat een ademtocht uit het ‘Niets’ het ‘Al’ heeft doen komen. Lao zi drukt het als volgt uit: “hetgeen is komt voort uit hetgeen niet is, hetgeen niet is bevat datgene wat is”.

Ooit leerde ik van de Grieken: ‘ek tou mè ontos ouden gignetai’ ofwel uit niets (het niet zijnde) ontstaat niets. De leer van de materialisten dacht ik. Nu wij zo dicht bij de oerknal zijn gekomen, zelfs zwaartekrachtgolven kunnen waarnemen is de vraag naar wat daaraan vooraf ging weer eens een mogelijk gespreksonderwerp.

Cheng: Wij raken met de vinger aan het ongelooflijk proces waarin het Al in het Niets overgaat. Dat leert ons de dood. Een aangeboren gevoel zegt ons dat ons bewustzijn van de dood ons het leven doet zien als een absoluut goed, een uniek avontuur. Je zou daardoor naar een eeuwig leven verlangen. Dat is overigens geen lolletje, al was het maar omdat je het besef van tijd zou verliezen. Het leven zou een hel worden. Maar ons leven is wording, vandaar het belang van de tijd. Juist door het bestaan van de dood krijgen wij besef van de tijd. Drie samenvallende entiteiten, dood, tijd, leven.

De dood kan zich openbaren als de meest intieme, meest geheime, meest persoonlijke dimensie van ons bestaan. Zij is onze zuster volgens Franciscus van Assisi, wij kunnen vanuit de dood ons levens – elan ontwikkelen. Dan bespreekt Cheng de omgang met de dood door enige dichters en filosofen, waarbij Rilke een grote plaats inneemt. Het boek van de armoede en de dood, waaruit: ‘Heer geef een ieder zijn eigen dood’.

Na de nabijheid van onze voorouders te hebben besproken komt deze meditatie tot een samenvatting en perspectief. Door de dood in onze visie mede te belichamen ontvangen wij het leven als een gave van edelmoedigheid zonder prijs. Tenslotte haalt Cheng Etty Hillesum aan, die daardoor eindelijk of mede de aandacht krijgt die zij verdient.

Ik heb mij nooit aangetrokken gevoeld door ‘egodocumenten’ zoals biografieën, dagboeken etc. Dus nu kan ik deze beperking een beetje bijstellen, ook anderen hebben haar via de buitenlandse omweg gevonden begrijp ik (katern De verdieping van dagblad Trouw enige tijd geleden). Het citaat is te vinden in ‘Het verstoorde leven’ van Hillesum, pag 128 e.v.

‘Met: “met het leven afgerekend” bedoel ik: de mogelijkheid van de dood zo absoluut in m’n leven opgenomen, mijn leven a.h.w. verruimd met de dood, met het onder ogen zien en aanvaarden van de dood, van de ondergang, van iedere soort van ondergang, als behorende bij dit leven. Dus niet a.h.w. van dit leven nu al een stuk te offeren aan de dood, door de angst van de dood en het niet aanvaarden van de dood, door dat niet aanvaarden en door al die angsten hebben de meesten nog maar een armzalig en verminkt stukje leven overgehouden, wat nauwelijks nog leven te noemen is. Het klinkt bijna paradoxaal: door de dood buiten zijn leven te sluiten, leeft men niet een volledig leven en door de dood binnen zijn leven op te nemen, verruimt en verrijkt men zijn leven’. Aldus vrijdag 3 juli 1942 Etty Hillesum.

Hoe zit het met de eigen dood van mijn ouders, mijzelf ? Vader is vredig in mijn armen gestorven. Ik verdenk hem ervan dat hij dat goed geregeld had, zoals hij – pragmatische Chinees – een uitmuntende overlevingsstrategie ontwikkeld had. Een mooie paradox.

Moeder had dit ook gewild, maar terwijl ik dit schrijf zit zij dementerend – dus wilsonbekwaam, met wisselend inzicht in haar toestand – te wachten op haar dood. De euthanasieverklaring van jaren her ten spijt.

Overgeleverd aan de steeds schraler wordende budgetten die de ondankbare op zichzelf gerichte generatie politici haar nog gunnen.

Het laat ook zien dat je een leven lang kunt zwoegen, maar dat dit niet helpt om de scheefgroei in kapitaal en inkomen wat rechtvaardiger te maken. Want met meer geld ontspring je de dans van de permanente strontluier.

Terzijde: Thomas Piketty laat zien dat het ‘oude geld’, het al lang bestaande kapitaal sneller groeit dan je met een leven lang werken zou kunnen bijhouden. (Le capital au XXI e siècle).

De toenemende ongelijkheid empirisch zichtbaar gemaakt. Wilkinson en Pichett wijzen op de nefaste gevolgen van de toenemende ongelijkheid. (The spirit level).

Gespreksstof voor een andere keer.

Moeder ’s vlucht voor de Wmo in 2007 heeft beperkt geholpen. Zij wordt thans ingehaald door Rutte en Samsom. Dus langer wachten op een schone luier omdat de verzorgsters onder meer overbodige rapporten moeten schrijven voor overbodige managers en beleidsfunctionarissen.

Hoog tijd om de pil van Drion weer van stal te halen. De dood is minder het probleem dan de periode die daaraan vooraf gaat. Dat is een andere werkelijkheid dan dat wij, kiezers, het verhaal van een politieke partij lastiger herkennen omdat die met een andere partij samenwerkt. Zoveel meel in de mond maakt dorstig. Een dorst naar wat rechtvaardigheid in iets wat als samenleving wordt aangeduid.

Dit bericht is geplaatst in nivem. Bookmark de permalink.

1 Reactie op Mijmeringen

  1. ria zegt:

    Moeder ’s vlucht voor de Wmo in 2007 heeft beperkt geholpen. Zij wordt thans ingehaald door Rutte en Samsom. Dus langer wachten op een schone luier

    ***omdat de verzorgsters onder meer overbodige rapporten moeten schrijven voor overbodige managers en beleidsfunctionarissen
    *** is dit niet de erfenis, van vorige kabinetten ?