Het Nederlands Instituut voor Ecologisch Management (http://www.nivem.nl).

Wij verlenen advies op een breed terrein van ruimtelijke ordening, stedenbouw en financiele strategie voor de uitvoering en beheersing van langlopende en investeringsrijke projecten. Daartoe maken wij instrumenten van rekenkundige en organisatorische aard en voeren de projectorganisatie uit.
Omdat de markt een belangrijke financier is van vele grote projecten legt NIVEM systematische verbanden tussen markt en maatschappelijk relevante – en dus ook ecologisch gewenste – acties. Dit leidt tot publiek-private- samenwerkingsvormen (PPS) met een gemeenschappelijk financieel kader voor marktpartijen en overheden.
 

Over NIVEM

“In feite is NIVEM een spin-off van mijn theoretische vorming op het gebied van democratie, urbanistiek en ruimtelijke economie – de drie aspecten die mijn professionele en filosofische basis vormen. Tijdens mijn loopbaan heb ik op die gebieden bepaalde ideeën en ervaringen opgedaan, waarvan NIVEM uiteindelijk de praktische uitloper is geworden. NIVEM vertegenwoordigt de stap van plannen maken naar plannen uitvoeren, het toepassen van de alternatieve benaderingen van ruimtelijke ordening die ik in de loop van een lange carrière heb ontwikkeld. Aan NIVEM ligt de gedachte ten grondslag, dat op het gebied van de ruimtelijke ordening tegenwicht geboden moet worden aan dominante economische krachten om de kwaliteit van de openbare ruimte te waarborgen. De concepten ‘ecologisch management’ en ‘Duurzame Autarkische Strategie’ zijn hier uitvloeisels van. Nog altijd haal ik de meeste professionele voldoening uit het feit dat ik bijvoorbeeld gemeenten, die minder financieel gewicht in de schaal kunnen leggen dan het bedrijfsleven, slagkracht kan geven in het proces van de ruimtelijke ontwikkeling

Ecologisch management

“Eind jaren ’70, begin jaren ’80 was ik verbonden aan de Technische Universiteit in Eindhoven, waar ik colleges Milieukunde gaf. Daar haalde ik de relatie tussen ecologie en economie naar voren. In de gangbare economie werden en worden economie en ecologie – het ‘milieu’ – strikt van elkaar gescheiden. Afval wordt gezien als een bijverschijnsel van het productieproces; de gevolgen voor het milieu vallen onder de noemer ‘externe effecten’. Ecologisch management maakt niet de tweedeling in ‘intern’ en ‘extern’, maar onderscheidt verschillende stromen, de stofwisselingsprocessen in een plaatselijke ruimtelijke economie waar ‘ecologie’ en ‘milieu’ een integraal onderdeel van vormen. Het streven van ecologisch management is ervoor te zorgen dat ook de ecologische gevolgen van de economische activiteit op de energiebalans verschijnen, om deze stofwisselingsprocessen te beheersen en de balans op ’0′ te zetten.”

Zie ook: Regionaal Stofwisselingsplan

Democratie en duurzaamheid

“Het democratische aspect van ruimtelijke ontwikkeling kwam naar voren in mijn werk voor de wetenschapswinkel en mijn tijd bij de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting in Rotterdam, waar toen een unieke situatie bestond. De ideeën voor stadsvernieuwing ontstonden voor een groot deel vanuit de wijken zelf. Via projectcoördinatoren die direct onder de wethouder ressorteerden hadden bewoners inspraak in de planvorming. Hiermee werd aangetoond dat democratie niet hoefde te betekenen dat de burger achter de tekentafel werd gezet, maar dat het wel tot denken over de grenzen aanzette, dit in tegenstelling tot planvorming van bovenaf. Dit uitgaan van lokale initiatieven is een belangrijk element van DAS, de Duurzame Autarkische Strategie. Het gaat erom eerst te onderzoeken hoe je de plaatselijke hulpbronnen kunt aanwenden en in je lokale of regionale kringlopen kunt opzetten. In de praktijk van NIVEM is vooral het aspect van duurzaamheid, van duurzaam bouwen prominent. De eerste gepubliceerde aanzet van deze concepten ligt in een artikel uit 1985: De macht van Tante Truus, waar de relatie tussen arm en rijk circuit is aangegeven.”

Zie ook: De bedreigde autarkie en het autarkisch perspectief en Duurzame Autarkische Strategie

De Wet van Wang

“Vanaf 1995 is NIVEM zich meer bezig gaan houden met de financiële zijde van ruimtelijke ontwikkeling. Dit omdat ik mij er meer van bewust werd dat ruimtelijke ontwikkeling in feite neerkomt op vastgoedontwikkeling, en dat de invloed van het bedrijfsleven op de ruimtelijke economie bepalender is dan die van de politiek. NIVEM richt zich nu op de financiële strategie van exploitatieprojecten in de openbare ruimte. In het kader van deze projecten is NIVEM verantwoordelijk voor de coördinatie van het Publiek Private Samenwerkingscontract (PPS) tussen bijvoorbeeld woningcorporaties en gemeenten (met name voor de gemeenten Vlaardingen en Schiedam). NIVEM analyseert de opbrengsten en kosten van bouw-, grond- en vastgoedexploitatie, en analyseert de risico’s voor de betrokken partijen. Om tot een eerlijke verdeling van die risico’s te komen en om te waarborgen dat de kwaliteit van de bouw strookt met het budget, wordt uitgegaan van het principe “Vex-Bex-Grex=0“. Dat wil zeggen: de opbrengst van vastgoedexploitatie moet de kosten van de bouwexploitatie en de grondexploitatie dekken. Toepassing van deze ‘Wet van Wang’ zorgt voor bescherming van het algemeen belang, terwijl ook de financiële realiteit ondervangen wordt. Deze aanpak vraagt natuurlijk wel een lange-termijnblik van alle betrokken partijen.

Zie ook: Van grondexploitant tot vastgoedontwikkelaar

De toekomst

“Over de toekomst van de ruimtelijke ontwikkeling in Nederland maak ik me zorgen. De ruimtelijke economie wordt bedreigd door trivialisering, de differentiatie in het Nederlandse landschap zal verder verminderen. De huidige Nota Ruimte van het Ministerie van VROM laat de economische krachten zo goed als vrij spel; op beleidsniveau wordt steeds minder sturing uitgeoefend. Hiermee wordt een Nederlandse traditie op het gebied van ruimtelijke ordening verlaten. Stedenbouw zoals het in Nederland bestaat is een uniek vakgebied, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit aspect dreigt naar de achtergrond verdrongen te worden, maar het is van groot belang dat stedenbouw de kwaliteit van het landschap in acht blijft nemen.

Op het gebied van de democratie zie je dat burgers ogenschijnlijk meer directe inspraak krijgen, dat zij meer geraadpleegd worden dan vroeger, maar dit verschijnsel is een wassen neus. De aansturing van democratische processen staat juist verder van de burger af en is in handen gekomen van lobby’s. Dit vind ik een teken van verloedering, er is geen sprake van integrale democratie.

Zelf wil ik op de langere termijn mijn ideeën op het gebied van democratie, urbanistiek en ruimtelijke economie verder ontwikkelen. Vooral op het gebied van de urbanistiek is nog een enorme theoretische uitbouw mogelijk. Feitelijk is er nog geen echte theorie van de stedenbouw ontwikkeld. Urbanistiek staat voor velen nog gelijk aan het ontwerpen van een ‘grid’, een stadsplattegrond, maar een veel meer omvattende theorie van de stedenbouw is mogelijk; aanwijzingen daarvoor vind je in het werk van zowel Françoise Choay (La règle et le modèle) als Leon Battista Alberti. Uiteindelijk zal ik me, wanneer ik daar weer de tijd voor vind, weer storten op het intellectuele aspect van mijn vakgebied.”

Zie ook: interview in engels

Terug

Curriculum Vitae 2014

Personalia

Naam Wang
Voornamen Wilhelmus Hendrik Jen Buo
Adres Kloksteeg 15
Postcode + woonplaats 2311 SK Leiden
Telefoonnummer 071 5138179 (w); 0653838185 (m)
Nationaliteit Nederlandse

Opleiding

1969 Technische Universiteit Delft: Ruimtelijke ordening, stedenbouw en volkshuisvesting
1966 Technische Universiteit Delft: Civiele techniek

Externe commissies / lidmaatschappen:

Bond Nederlandse Stedenbouwkundige en Planologen (BNA)

EUROTRANS adviesconsortium ruimtelijke ontwikkeling, logistiek en transport

Koninklijke vereniging voor staathuishoudkunde (KVS)

Regional Science Association (RSA)

International society of city and regional planners (ISOCARP)

Oprichter/Directeur Nederlands Instituut voor Ecologisch Management (NIVEM) sedert 1993

Oprichter Stichting AKB 2012, tot behoud en verspreiding van ambtelijke kennis en kunde van bedrijfsmatige gebiedsontwikkeling

zie verder: CV

Terug

Reacties zijn gesloten.